Stuiteren
stui·te·ren
onovergank. werkw.; stuiterde; h. gestuiterd
woordvormen
1 · spelen met stuiters (die men in een kuiltje moet proberen te krijgen)
2 · (basketbal) dribbelen
3 · een paar keer snel achter elkaar stuiten (terugspringen na met kracht tegen iets aangekomen te zijn)
In mijn geval gaat het natuurlijk om de 3e betekenis, alhoewel ik me soms net de basketbal voel waarmee gedribbeld wordt…..
Best vervelend als je bezig bent met je ontdekkingstocht binnen bdsm en je hebt geen partner die je daarin kan begeleiden. En omdat ik wel al heb mogen proeven aan bdsm, weet ik maar al te goed hoe fijn het kan zijn. En wat het met me doet. En dat smaakt natuurlijk naar meer…
Een kleine trigger is nu al voldoende om mij behoorlijk te laten stuiteren. Deze stuiterbal heeft spoedig een klein doosje nodig, waar ze in gestopt wordt…